Wat heeft dat wonderbaarlijke apparaatje, de mobiele telefoon waarmee we tegenwoordig van alles doen behalve bellen, ons toch een hoop gebracht. We appen elkaar de hele dag door, van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat, te pas en te onpas. We zijn constant bezig elkaar in de gaten te houden via sociale media, scrollen eindeloos door tijdlijnen van mensen die we nauwelijks kennen, en maken ondertussen duizenden foto's en video's. Of ze nou de moeite waard zijn of niet, maakt ook niet uit, opslag zat, toch? En mocht het vol raken, dan betalen we gewoon een paar euro per maand voor een wolkje ergens in een serverpark, alles weer opgelost.
De bankzaken? Via het telefoontje. Navigatie naar die obscure kroeg waar je vage vriend zijn verjaardag viert? Via het telefoontje. Een avondje spanning zoeken en een potentiële liefdespartner aan de haak slaan door een beetje links en rechts te swipen? Ja, ook via het telefoontje. We betalen ermee bij de kassa, bestellen er eten op, regelen er vakanties in een paar klikken. Telefoontje voor, telefoontje na, telefoontje overal tussendoor.
Maar zoals met zoveel dingen in het leven, kleeft er ook een flinke schaduwzijde aan deze technologische zegen. Want terwijl we steeds meer verbonden zijn met de rest van de wereld, lijken we steeds verder van elkaar af te drijven. We praten namelijk steeds minder écht met elkaar. Kijk maar eens om je heen in de trein, in de kantine, of zelfs aan de eettafel thuis. Overal zie je gebogen hoofden, starend naar die verlichte rechthoekjes. Die dingen uit Chinese fabrieken, vakkundig aan de man en vrouw gebracht door slimme marketingmensen die ons keer op keer weten te verleiden tot de aanschaf van een nóg nieuwere, nóg betere, nóg snellere versie. Want die camera heeft nu drie lenzen in plaats van twee, en die processor is 0,3 seconden sneller. Onmisbaar, natuurlijk.
Probeer dan maar eens de aandacht te trekken van je collega als die volledig verzonken is in het scrollen, swipen en tikken op dat hypnotiserende schermpje. Je kunt roepen, zwaaien, met je vingers knippen, meestal tevergeefs. Het is alsof ze in een andere dimensie verkeren, een digitale bubbel waar jouw fysieke aanwezigheid simpelweg niet doorheen komt.
Maar wacht, er is wél een manier. Een gegarandeerde methode om iemands aandacht te grijpen, zelfs als ze volledig opgaan in hun schermverslaving. Niet de meest positieve aanpak, zeker niet de meest aangename, eigenlijk gewoon best ranzig, maar het werkt. En hoe. Je krijgt gegarandeerd de aandacht. Een boze collega? Jazeker. Maar wel een collega die nu weet dat je er bent.
En het allermooiste… Het hele verhaal wordt natuurlijk vastgelegd met zo'n telefoontje. Want in onze moderne tijd bestaat iets pas écht als het gefilmd is en gedeeld kan worden. Motorkap open, gas d’r op en filmen maar.
Plaats reactie
0 reacties