Er was ooit een tijd dat games nog geen open werelden, raytracing of microtransacties nodig hadden om indruk te maken. Een tijd van piepende floppy’s, blokkerige pixels en eindeloze laadtijden en dus wachten. En ergens in 1989 verscheen daar ineens Prince of Persia: een game die voelde als magie op een scherm van 8-bit.
Je was geen held met een machinegeweer, geen ruimtepiloot of tovenaar. Je was gewoon een naamloze prins in een kille kerker, met één missie: ontsnappen, overleven en de prinses redden voordat de tijd om was. Zestig minuten had je. Geen savepoints, geen checkpoints, gewoon jij, je reflexen en dat ene geluid van je zwaard dat een bewaker raakte.
De toen 25-jarige Jordan Mechner had met Prince of Persia een ware classic uitgebracht. Een spel waar veel mensen tot de dag van vandaag met warme herinneringen op terugkijken. En… jawel, er zijn nog steeds mensen die deze game nadoen in het echt. Kijk maar. Oh, en een kleine waarschuwing: de “prins” gaat af en breekt daarbij zo te zien ook zijn pootje. Game over, tijdelijk dan, een week of zes tot acht doorgaans. Nog steeds beter dan en kuil vol zwaarden.
Plaats reactie
0 reacties