In Amsterdam zie je ze nog overal: de gevelhaken. Al sinds de 17e eeuw sieren ze de top van grachtenpanden. Hun functie was puur praktisch: in een stad waar belasting werd geheven op de breedte van je huis, bouwden Amsterdammers smalle, hoge panden met steile trappen. Grote meubels of handelswaar naar boven sjouwen was onmogelijk, dus kwam de oplossing buitenlangs.
Een stevige ijzeren haak in de gevel, een katrol eraan, en je hijst alles van piano tot pakhuisvoorraad naar boven. Vaak helt de gevel iets naar voren, zodat de lading niet tegen de ramen bungelt. Ooit onmisbaar voor kooplieden met specerijen en textiel, nu nog steeds gebruikt als je bank nét te groot is voor het trappenhuis. Zo blijven de gevelhaken een klein maar iconisch stukje Amsterdamse geschiedenis, dat de stad letterlijk en figuurlijk naar grote hoogten tilde.
En als je dan bijvoorbeeld een wasmachine moet verkassen, is dat eigenlijk een fluitje van een cent en eveneens een stukje geschiedenis dat zich herhaalt. Al hebben wij wel het idee dat ze hier vroeger wellicht iets handiger in waren. Maar het lukt nu ook nog prima.
Plaats reactie
0 reacties