Voordat reality-tv en social media het buitengewone naar je beeldscherm brachten, trok je naar de kermis of het circus voor een portie onvervalste verbazing. Daar stonden ze: mensen met een zeldzame afwijking, een uitzonderlijk lichaam of een eigenschap die zo afweek dat het publiek er rijen dik voor stond. In die tijd noemde men het menselijke curiositeiten, maar meestal gewoon: freakshows.
Van de 19e tot halverwege de 20e eeuw waren deze shows niet weg te denken uit het rondreizende vermaak. Ze boden een podium aan mensen die anders buiten de maatschappij vielen. Soms geëxploiteerd, soms juist met eigen regie over hun optreden en inkomen.
Het publiek kwam om te kijken, te staren en zich te verbazen over het ongewone. Niet netjes volgens de huidige normen, maar wel een belangrijk hoofdstuk in de geschiedenis van entertainment en hoe we als samenleving met ‘anders zijn’ omgingen.
Moet je anno nu niet meer mee aankomen in ons landje. Vrouw met een baard? Daar zien we er genoeg van in het wild. Zwaar getatoeëerde man? Vroeger een attractie, nu meer regel dan uitzondering. En kleine mensen? Ook daar kijken we niet meer van op. Ook gewoon mensen.
Al zijn er delen van deze wereld waar “lilliputters” of “dwergen” nog steeds worden ingezet voor vermaak. Zoals bijvoorbeeld bij het spelletje waarbij een klein persoon in een ton met lazerstralen moet duiken. Enne… nog lastiger dan je misschien denkt ook.
Lees het artikel op de mobiele website