In Nieuwleusen, Overijssel, ging gisteravond een windmolen letterlijk in vlammen op. En niet zo’n klein beetje ook: de brand begon op zo’n 140 meter hoogte, waardoor de hulpdiensten eigenlijk alleen maar konden toekijken. Want ja, zelfs de langste ladder van de brandweer redt dat niet.
Het ging mis bij een windturbine die pas een jaar of vijf geleden werd neergezet op het land van de familie Van Ankum. Monteurs waren er nog aan het werk geweest die dag, maar een paar uur later stond het hele gevaarte in lichterlaaie. Tientallen mensen kwamen kijken hoe de molen brandde als een fakkel, terwijl brandende stukken kunststof en metaal uit de lucht vielen als sneeuwvlokken van de hel.
De volgende ochtend ligt het weiland bezaaid met troep — van gesmolten plastic tot brokken tinachtig spul dat uit elkaar valt zodra je het oppakt. „Ze moeten niet te lang wachten met opruimen”, zegt Van Ankum senior, die normaal zijn koeien op dat land laat grazen. “Een grote stofzuiger zou niet gek zijn, want dat spul zakt zo de grond in.”
De buurman aan de overkant bleef er opvallend nuchter onder. Terwijl zijn herdershond met stukjes windturbine speelde, zei hij droog: “Als je bang leeft, ga je ook bang dood.” De man en zijn gezin lagen letterlijk in de vuurlinie, maar de kinderen sliepen overal doorheen.
De tweede turbine naast de uitgebrande molen staat inmiddels ook stil — mogelijk uit voorzorg. Ondertussen is het wachten op duidelijkheid van Nieuwleusen Synergie, de coöperatie achter de molen, en de gemeente Dalfsen over wat bewoners moeten doen met alle rondvliegende restanten.
Wat vaststaat: de molen kraakt nog in de wind, en het zal even duren voordat hier weer een schone, draaiende toekomst staat.
Lees het artikel op de mobiele website