Je weet dat je huis niet echt veilig staat als je ’s ochtends nog een strandhuis hebt met uitzicht op de Atlantische Oceaan en ’s middags onderdeel bent van de Atlantische Oceaan. In Buxton, een dorpje op Hatteras Island in de Outer Banks, een eilandengroep voor de kust van North Carolina, was het dinsdag bam bam bam: vijf huizen in nog geen uur compleet door de zee opgefret.
De boosdoeners? Twee orkanen, Imelda en Humberto, die niet eens land raakten, maar met hun vuistdikke deining de kust tot moes sloegen. Hoge golven, keiharde stroming en zand dat onder de palen vandaan werd gezogen. Resultaat: houten villa’s die één voor één het onvermijdelijke plonsje maakten.
En dit is geen toevalstreffer: in diezelfde straat in Buxton zijn er in twee weken al zes huizen de zee in getuimeld. Sinds 2020 zijn er zelfs achttien van dit soort holiday shacks langs Hatteras Island verdwenen.
Gelukkig waren alle huizen leeg, dus geen slachtoffers. Maar de kust is inmiddels een soort no-go zone: stukken strand afgesloten, NC Highway 12 gedeeltelijk dicht, veerdiensten gestaakt. En de autoriteiten blijven waarschuwen voor levensgevaarlijke rip currents, of zoals wij die kennen: muistroom of kuststroming.
Dus ja: Buxton is geen vakantiebestemming meer, maar meer een live demonstratie van hoe de oceaan uiteindelijk altijd weer wint.
Lees het artikel op de mobiele website