Er zijn heel veel voetbalclubs, en er is één FC St. Pauli. In Hamburg weten ze al meer dan honderd jaar dat dit geen doorsnee clubje is, maar een levensstijl. Geen trofeeënkast vol zilverwerk, maar een stadion vol vuur. Hier draait het niet om winstpercentages, maar om loyaliteit, vrijheid en bier uit plastic bekers.
De fans van St. Pauli zijn anders. Geen corporate stadiontypes in een skybox en sjaaltjes uit de fanshop, maar een bonte mix van punkers, havenarbeiders, studenten en wereldverbeteraars. In het Millerntor-Stadion klinkt niet alleen gejuich, maar ook muziek en protest. “Kein Fußball den Faschisten” is niet zomaar een slogan, maar een manier van leven voor deze supporters.
De club ademt de wijk waar ze vandaan komt: St. Pauli, een ruige buurt vol bars, streetart en nachtleven met een vlijmscherp randje. Het is de plek waar de doodskop op het shirt symbool staat voor tegendraadsheid en trouw.
Zelfs als de ploeg verliest, wat nog weleens gebeurt, blijft de sfeer onverwoestbaar. Want bij St. Pauli juichen ze niet alleen voor goals, maar voor wat de club vertegenwoordigt: respect, vrijheid en samen zijn tegen de rest van de wereld.
Heb je dus een groep supporters van St. Pauli die door je straat marcheren, dan is dat toch wel indrukwekkend. Check maar. Je zou spontaan aanhanger worden van deze bij elkaar geraapte schare schorem.
Lees het artikel op de mobiele website